Brede vloerdelen

Brede vloerdelen zijn onder te verdelen in twee soorten: vloerplanken en overige brede vloerdelen.

Vloerplanken

Vloerplanken zijn massieve vloerdelen die uit dezelfde houtsoort zijn geschaafd en die een dikte van minimaal 15 mm hebben. De minimale breedte is 8 cm. De planken hebben meestal zogenaamde ‘vallende lengten’. In deze paragraaf wordt onderscheid gemaakt tussen vloerplanken die zwevend worden gelegd en vloerplanken die verlijmd en vernageld worden gelegd.

Overige brede vloerdelen

Overige brede vloerdelen zijn vloerdelen die zijn samengesteld uit een of meer verschillende houtsoorten of houtproducten. Ze hebben een massief houten toplaag van minimaal 3 mm dikte. Deze vloerdelen worden bij voorkeur zwevend gelegd, omdat ze dan eenvoudiger te repareren zijn bij schade.

Ondervloer

De ondervloer dient vlak, solide, schoon, en blijvend droog te zijn. Op de ondervloer is een damp remmende en geluiddempende tussenvloer van minimaal 3 mm dikte noodzakelijk.

Tussenvloer

Een damp remmende en geluiddempende tussenvloer van minimaal 3 mm dikte is noodzakelijk. Er wordt aanbevolen om de folie, waar mogelijk, enigszins tegen de wanden op te plaatsen.

Zwelruimte

Er moet rekening worden gehouden met een ruime zwelruimte. Er dient een zwelruimte van circa 2 cm per 5 meter kamerbreedte (langzijde) te worden aangehouden. Aan de kopse kanten dient te allen tijde 2 cm ruimte te worden vrijgehouden. Zowel aan de langszijde als aan de kopzijde kun je het beste gebruikmaken van expansieclips.

Legrichting

De zwevende gelegd plankenvloeren dienen in principe in de richting van de lichtinval gelegd te worden. Dit is vooral bij stroken noodzakelijk, als deze worden gelegd in een ruimte met veel ramen.

Schuurgangen

Het verdient aanbeveling de eerste schuurgang diagonaal in een hoek van ongeveer 30 graden op de richting van de vloer uit te voeren. Hierdoor is de vloer beter effen te krijgen. (Let op: Deze schuurrichting is niet toepasbaar op een V-groef). De overige twee schuurgangen dienen in de lengterichting te zijn. De korrelgrootte van de eerste schuurgang moet 40-60 zijn. Voor de tweede respectievelijk derde schuurgang wordt een korrelgrootte van 80 respectievelijk 120 (in de lengterichting) aanbevolen. Let op: Bij een vloer met olie moet je stoppen na de tweede schuurgang met korrelgrootte 80. Je maakt vervolgens gebruik van de gele schijf 100 (ronde gaasschijfjes, meestal in de kleur geel).

Randafwerking

Bij brede vloerdelen (solo planken) is randafwerking noodzakelijk in verband met de grote zwelruimte. Bij dorpels, schuifpuien en dergelijke moet de zwelruimte onder (systeem) profielen worden verwerkt. De liggende massieve plint moet ongeveer 4 mm van de kant (of de plint) worden geplaatst bij zwevende gelegde vloeren die uit één stuk hout bestaan.