Verlijmde of vernagelde vloerplanken

Vloerplanken van 20 mm kun je het beste zwevend leggen om trekvorming te voorkomen. Bij planken van 20 mm dikte en meer dan 8 cm breedte is dit risico groter dan bij dunnere en smallere planken. Het is ook lastiger om 20 mm-planken te herstellen, omdat het intanden en tussentanden in het midden van de vloer moeilijk is. Als de delen rechtstreeks verlijmd worden, komen ze koud tussen de bestaande vloer te liggen dit kan leiden tot kopse kieren de reparatie valt minder op als aan de lange kant van een houtenvloer een vellingkant zit. Toch wordt het resultaat vaak minder mooi dan bij tapis.

Ondervloeren

1. Hout: Op een houten ondervloer kunnen de vloerplanken rechtstreeks worden vernageld. In sommige gevallen is een houtachtige tussenvloer vereist.
2. Overige: Bij de andere ondervloeren moet een houtachtige tussenvloer worden aangebracht.

Tussenvloeren

Voor de tussenvloeren kan gebruik worden gemaakt van multiplex en spaanplaat. De tussenvloer dient een minimale dikte van 12 mm te hebben.

Zwelruimte

Er dient een rondom de vloer zwelruimte van 1,5 cm te worden aangehouden bij 5 meter kamerbreedte.

Legrichting

De planken dienen in de richting van de lichtinval gelegd te worden.
Bevestiging nagelen of verlijmen solo plank
Indien de planken rechtstreeks op een houten ondervloer worden gelegd, moeten ze elke 5 cm of 6 cm worden vastgeniet met een slaghamer. Het verdient de voorkeur om de vloer vanuit het midden te leggen (je moet een valse veer toepassen, omdat je vanuit het midden naar twee kanten werkt). Eventueel dient een onderlaag van damp remmende folie te worden gelegd (het is ook mogelijk om de onderkant van de vloer af te lakken). Indien de planken rechtstreeks op een houten tussenvloer worden gelegd, verdient het aanbeveling om de planken te verlijmen en te vernagelen op de tussenvloer. De struiknaden van de stroken dienen minimaal 8 cm ten opzichte van elkaar te verspringen. De vloer dient rondom minimaal 10 mm vrij te liggen van de wanden, plinten en eventuele obstakels. De zwelruimte moet worden afgewerkt met een deklijstje of plint. De stroken dienen rondom voorzien te zijn van messing en groef, dan wel van een groef rondom en losse veren.

Maatvoering

Zie boven.

Schuurgang

Het verdient aanbeveling de eerste schuurgang diagonaal (in een hoek van ongeveer 30 graden op de richting van de vloer) uit te voeren. Hierdoor is de vloer beter effen te krijgen. De overige twee schuurgangen dienen in de lengterichting te zijn. De korrelgrootte van de eerste schuurgang moet 40 tot 60 zijn. Voor de tweede respectievelijk derde schuurgang wordt een korrelgrootte van 80 respectievelijk 120 aanbevolen.

Randafwerking

Verlijmde of vernagelde vloerdelen hebben een grote zwelruimte nodig. Daarom is de randafwerking noodzakelijk. Bij dorpels, schuifpuien en dergelijke moet de zwelruimte onder (systeem)profielen worden verwerkt.